Er wordt onder werktijd veelvuldig gebruik gemaakt van e-mail, internet en mobiele telefonie. Ook is de Bring-your-own-device-trend een feit: werknemers gebruiken steeds vaker een eigen smartphone, laptop of tablet voor zakelijke doeleinden. Met behulp van een ICT- en internetreglement legt u het gebruik van deze middelen aan banden en beschermt u uw organisatie.
Uit een dergelijk reglement komt naar voren hoe u verwacht dat werknemers omgaan met internet en ICT-middelen binnen de arbeidsverhouding. Mag de werknemer de mobiele telefoon van de zaak bijvoorbeeld ook privé gebruiken? Hoe staat u tegenover het (privé)gebruik van het e-mailaccount van uw onderneming? En welke privéapparatuur staat u toe voor zakelijk gebruik?
Ook is het noodzakelijk om zaken als sancties en controle in dit reglement te regelen. Om deze juridische instrumenten in de praktijk toe te passen dient de werknemer namelijk op de hoogte te zijn van de hieromtrent geldende gedragsregels.
Met het ICT- en internetreglement schept u een eenduidig beleid en weet de werknemer waar hij aan toe is. Bovendien laat de jurisprudentie zien dat zonder reglement u niet zomaar apparatuur of data mag doorzoeken, of werknemers sancties op mag leggen.