Cameratoezicht op straat, in winkels, bedrijven, huizen en andere locaties komt steeds vaker voor. Meestal aangekondigd, maar soms ook in het geheim. De wet stelt hier echter grenzen. Filmen of fotograferen op een voor het publiek toegankelijke plaats mag, maar de aanwezigheid van camera’s moet duidelijk aangegeven zijn. In besloten ruimtes – waaronder ook op het werk – mogen mensen in beginsel niet worden gefilmd. Alleen als er geen geschikte alternatieve maatregel te bedenken is, is het toegestaan. En ook dan moet het expliciet aangekondigd zijn.
De bekende bordjes over cameratoezicht hangen daar niet voor niets: onaangekondigd mensen filmen met een aangebrachte camera in de openbare ruimte is strafbaar. De openbare ruimte omvat alle voor het publiek opengestelde ruimtes, en dus ook privé-eigendom zoals winkels, horeca, bedrijfsparkeerplaatsen, casino’s en zwembaden. Cameratoezicht is daar toegestaan, mits hier duidelijk voor wordt gewaarschuwd en er een reglement is dat informeert over de bijbehorende procedures.
Fotograferen of filmen in een huis of tuin of op kantoor valt niet onder bovenstaande regeling. Deze ruimten zijn niet “voor het publiek toegankelijk”. De privacyverwachting is hier groter, en er gelden dan ook strengere regels. Elk filmen of fotograferen is verboden tenzij dit is aangekondigd in een reglement of protocol én er geen geschikt alternatief te bedenken is. Het maakt daarbij niet uit of de camera ergens aangebracht is of vastgehouden wordt door de fotograaf of cameraman.
Nog ingewikkelder ligt het bij een verborgen camera. Deze inzetten is slechts in zeer uitzonderlijke gevallen toegestaan. Meestal zal het gaan om verborgen camera’s om werknemers te betrappen op onregelmatigheden. Er gelden dan drie belangrijke criteria:
- De werkgever mag alleen specifiek die werknemers filmen die mogelijk betrokken zijn. Dus niet preventief iedereen.
- De werkgever moet vooraf hebben gemeld dat er verborgen camera’s gebruikt kunnen worden. Hij hoeft niet te zeggen wanneer ze worden geïnstalleerd of waar ze komen te hangen. Dit moet dus in het reglement of protocol gebeuren.
- Inzet van verborgen camera’s moet wel proportioneel zijn. Er moeten geen andere mogelijkheden (zoals detectiepoortjes bij de personeelsuitgang) zijn om de onregelmatigheden aan te pakken.
De wet is hier streng, omdat toezicht met een verborgen camera een zware inbreuk op de privacy is. U moet dus kunnen laten zien dat u echt niet anders kunt dan deze vérgaande maatregel invoeren. Maar ook bij “gewoon” cameratoezicht geldt: houd u aan de regels en zorg ervoor dat u zelf geen misdrijf pleegt.
Een reglement omtrent cameratoezicht is in alle gevallen vereist. Cameratoezicht kan een nuttig hulpmiddel zijn bij beveiliging, toezicht of controle. De privacywet (met name de Wet bescherming persoonsgegevens, Wbp) stelt eisen bij cameratoezicht. De belangrijkste eis is een cameratoezicht-protocol of reglement dat bepaalt waarom er wordt gefilmd, wat er met de beelden gebeurt en welke rechten gefilmde personen hebben.
Met een protocol of reglement over cameratoezicht legt u bij voorbeeld vast met welk doel uw organisatie camera's inzet en welke grenzen en rechten daarbij gelden. Gaat het om bewaking van terreinen tegen inbraak en diefstal, of toezicht op het personeel tijdens het werk? Zijn de camera's verborgen of juist goed zichtbaar, hoe wordt men gewaarschuwd en hoe kan men klagen? En, niet te vergeten: hoe kan men een kopie van beelden krijgen waar men zichtbaar op staat.